Bedichting van een huis in Doel
Hebban olla uogala nestas
De hamer laat het zijn geen zin
hij wil niet weten waarom dit huis begon
Op de bakstenen rode woorden
rust alleen een stil vermoeden,
herhaaldelijk herschreven in
eenvoud met het gesprokkelde hout
als warme inkt rond dit nest geweven
De deur die open zwaait
met mespuntjes knusse lucht,
mondvullend als donkere chocolade
De kamers her en der, onaangetast
zwemmen naakt achter hun ramen.
Op een etiket beschreef haar hand
de opgelegde peren met een jaartal
vol confituur
Weckpotten zijn van alle tijden,
hun geur kleurt de kast en koestert
de klank van moeders op bijgeschoven stoelen.
En de indringer denkt zich niet te kunnen stoten
Een moker schaaft zijn geweten vlak.
Frank De Vos, 13 februari 2009 |