Staat Antwerpen stil tegen 2020?

Een analyse over duurzame logistiek en mobiliteit rond de Antwerpse haven

Vzw Red de Voorkempen, 7 februari 2009

Een van de speerpunten van Vlaanderen in Actie is: ‘Duurzame Logistiek’. Vzw Red de Voorkempen is bezorgd en vreest dat Antwerpen tegen 2020 letterlijk stil zal staan. De huidige problematiek van de Oosterweelverbinding ziet deze actiegroep daarom in een breder perspectief. Het Masterplan, waar Red de Voorkempen grote bepleiter van is, dreigt in het niet te gaan als er niet wordt ingegrepen. Hierna leest u een antwoord aan minister Crevits ivm het Masterplan en de Oosterweelverbinding.

Dit antwoord richt zich op vijf actiepunten:

  1. Er moet een kosten-batenanalyse en een globale mobiliteitsstudie (vooral gericht op de logistieke hoofdslagader E-313) komen voordat er licht op groen wordt gegeven voor de bouw van het Saeftinghedok.

  2. Versnelde invoering van rekeningrijden voor vrachtwagens.

  3. Een objectivering wat informatie betreft ten overstaande van de 3 alternatieven van de Oosterweelverbinding. Momenteel heeft BAM enkel interesse in eigen Lange Wapper. De actiegroepen van het Waasland, Antwerpen, Zuidrand en Voorkempen zullen zich beroepen op het principe van ‘Openbaarheid van bestuur’.

  4. Verder werk maken van een Randstadsbos (ook op de huidige reservatiestrook van de Grote Ring R2) zodat natuurlijke filtering de luchtkwaliteit bevordert.

  5. We zijn voorstander van logistieke clusterdistributiecentra (ENA) indien deze niet gelegen zijn in een congestiegevoelig gebied en indien ze op voldoende afstand gelegen zijn van de Antwerpse Haven zodat vervoer via het Albertkanaal rendabel wordt.




Geachte Mevrouw de Minister,
Geachte mevrouw Hilde Crevits,

Hartelijk dank voor uw antwoord van 30 januari 2009. Toch ben ik zo vrij om u enkele bijkomende vragen te stellen en enkele bemerkingen mee te geven.

Op 20 januari vond in Hasselt het VIA-slotforum plaats waar voorzitter Karel Vinck de ambitie van Vlaanderen tegen 2020 schetst. Een van de speerpunten daarin is dat van de "duurzame logistiek".

Gelukkig bestrijkt een niet onbelangrijk deel van de containertrafiek van en naar Antwerpen een gebied binnen een straal van 150 km, zodat niet alles gericht is op louter doorvoer.

Opdat de verdere uitsplitsing van goederenstromen naar het achterland meer per spoor of binnenvaart kan gebeuren, moeten distributiecentra ruimtelijk worden geclusterd langs multimodale knooppunten in plaats van verder uit te waaieren langs onze wegeninfrastructuur. Het Economische Netwerk Albertkanaal (ENA) bijvoorbeeld, mag niet leiden tot een reeks van kleine distributiezones waar de goederen louter vervoerd worden per vrachtwagen.

De zone rond de E313 is al oververzadigd met wegtrafiek. Enkel clustering en bundeling van goederen laat een rendabele inzet toe van binnenvaartshuttles via het Albertkanaal naar het achterland.

Op havenkaaien containers opstapelen om ze zo snel mogelijk naar het buitenland te vervoeren, levert vooral veel lasten en weinig lusten op. We moeten die containers ook bij ons kunnen etiketteren, verpakken en assembleren voor zij hun weg naar de Europese markten hervatten.

Het heeft uiteindelijk weinig zin om bedrijven te kort bij Antwerpen te leggen: de afstand is te klein om de goederen over te slaan van of op trein en schip. In die zin is het ENA-terrein te Oelegem/Ranst een miskleun van belang: het ligt
veel te dicht bij de haven en temidden van een zone waar de autowegen nu al volgepropt zitten met verkeer. Hoeveel zin heeft het om industrieterreinen die zo dichtbij liggen te bevoorraden per schip of per trein ? Het alleen maar mooi-klinkende argument dat het bedrijventerrein te Wommelgem/Ranst bedoeld is voor watergebonden bedrijven en dus ecologisch verantwoord is, snijdt dus in de praktijk geen hout: de watergebonden bedrijven = slechts 12,5 %.

Het terrein ligt midden in een zone waar het verkeer vandaag al in de soep zit en trekt uiteraard dus nog meer en vooral wegverkeer aan. Het hoeft dan ook niemand te verwonderen dat een eerste reeks van twee studies de hele zaak daar afschoot wegens te grote kans op een verkeersinfarct. De E-313, de logistieke hoofdader naar het Ruhrgebied, tekent zich af in Ranst-Wommelgem als blackpoint nummer één. Zou de logistieke functie van de Antwerpse haven zich niet beter voor een deel verplaatsen naar Limburg en Luik? Genk vormt hier de centrale knoop die in het bijzonder gericht is op vervoer en distributie, Lommel - Tongeren die zich in de eerste plaats focust op industriële logistiek en Lanaken – Ham in de rol van logistieke ondersteuning en facilitering. Ook andere clusters, rond Sint-Truiden en Houthalen-Helchteren hebben de potentie om zich te voegen bij deze logistieke clusters. De provincie Limburg wil bovendien op logistiek gebied ook nauwere samenwerkingsverbanden aangaan met Nordrhein Westfalen, Maastricht-Aken en Nood-Oost Brabant en dan met name Eindhoven.

Zoals Nike dat al deed en vandaag zowat de belangrijkste gebruiker is van de overslagkades in Meerhout op ongeveer 50 km van Antwerpen? Verkeersproblemen stellen zich daar niet zo meteen.

Het bedrijventerrein in Meerhout is succesvol omdat Nike met zijn Europees verdeelcentrum in de buurt ligt. Het heeft uiteindelijk weinig zin om bedrijven te kort bij Antwerpen te leggen: de afstand is te klein om de goederen over te slaan van of op trein en schip.

Om te vermijden dat het tonnen vervoeren het toegevoegde gaat overheersen, pleiten wij voor een kosten-batenanalyse op planniveau en globale mobiliteitsstudie voor het licht op groen wordt gezet voor de bouw van het Saeftinghedok. Een globale mobiliteitsstudie moet duidelijk maken dat de logistieke hoofdslagader E313 al dit verkeer aan kan.

De situatie op de E313 is sterk verergerd sinds de opening van het Deurganckdok, een
dok waarvan de mobiliteitseffecten op de hele regio destijds nooit werden berekend. De E-313 vormt, tussen het samenlopen met de E-34 en de aansluiting met de Ring, het meest problematische verkeersknooppunt. Het is het drukste stuk autoweg van het land. De E313 heeft te Ranst-Wommelgem geen reservecapaciteit meer en bij het minste incident zit de zaak er dan ook vast. Reken daar dan nog het shoppingcenter in Wijnegem bij, dat geregeld voor extreme situaties zorgt aan het rondpunt te Wommelgem. Tel daar nog eens de 200 ha ENA-bedrijventerreinen aan de Keer in Ranst/Wommelgem bij met hun 87,5 % niet watergebonden bedrijven die hoe dan ook met hun transport (geschat op 11.000 vrachtwagens en 2.700 personenwagens per etmaal) via de E313 wegmoeten,

1. én de volledige in gebruikname van het Deurganckdok,
2. én de afwerking van de aansluiting van de noord-zuidverbinding in de Kempen op de E-313 ter hoogte van Geel-West, waar de werken voor het op- en afrittencomplex volop aan de gang zijn,
3. én de bouw van een Saeftinghedok,
4. én de bouw van een tweede sluis op linkeroever, waar intussen mee begonnen is,
5. én daardoor het activeren van het Verrebroek- en Doeldok,
6. én een uitgebreide luchthaven van Deurne vlakbij,
7. én een bijkomend business-center,
8. én een groots opgevat op- en afrittencomplex aan de Q8,

… dan zit alles muurvast en wordt de hele regio onbereikbaar
en ligt onder meer de economie tegen 2020 lam.

Door een correcte beprijzen van wegtransport gaat men de afwenteling van kosten vermijden in de vorm van files, ongevallen en milieuvervuiling op een samenleving die al de factuur voor de bouw en het onderhoud van de transportinfrastructuur betaalt. Het doorgaand internationaal verkeer gaat dan eindelijk meebetalen voor de kosten die zij bij hun doortocht veroorzaken. Wij pleiten voor de invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens.

Door de vandaag afgewentelde congestie- en milieukosten aan de transporteurs door te rekenen, zullen de "last mile costs" toenemen zodat een ontwikkeling ontstaat naar meer decentrale distributiecentra waartussen alternatieve vervoersmodi kunnen ingezet worden.

Elektronische kilometerheffing, telematica, verkeersbegeleidingssystemen, geclusterde zones voor distributiecentra en voorzieningen voor intermodaliteit moeten zorgen voor betere doorstroming en vergroening van onze transportstromen.

Wat de verkeerssturing via snelwegen in Antwerpen betreft, blijft er nog één groot project over: het
rondmaken van de R1 of de Ring, waarmee er een nieuwe tunnel onder de Schelde komt en het verkeer meer gespreid wordt omdat het dan in twee richtingen kan rijden. "Red de Voorkempen" was overigens de eerste om deze rondmaking te eisen via de 15.000 bezwaarschriften tijdens het openbaar onderzoek rond het Ruimtelijk Structuurplan-Vlaanderen. In het ontwerp was van het rondmaken van de Ring nog geen sprake. Het huidige ontwerp, de Lange Wapper, is zeer belastend voor de inwoners van het Eilandje, Merksem en Deurne en stelt verkeerstechnisch een aantal opvallende risico’s, zoals meerdere invoegingen vanuit de linkse rijrichting en het moeten veranderen van rijvak over een korte afstand. Zeker met het drukke vrachtverkeer stelt dit ontoelaatbare problemen. En wellicht heeft de extra-uitstoot van fijn stof en van de andere vervuilde, toxische stoffen die de Oosterweelverbinding zal veroorzaken nog de zwaarste gevolgen voor verder afgelegen gemeenten zoals Ekeren en Schoten als gevolg van de wind en de luchtverplaatsing. Vooral de wijk Luchtbal dreigt hier het grootste slachtoffer te worden.

Red de Voorkempen vindt het daarom zeer belangrijk dat er een benedengronds tracé komt. Onze voorkeur gaat naar
het alternatief van stRaten Generaal.

Zoals u terecht schrijft kunnen tunnelvoorbeelden van buitenlandse projecten niet zomaar vergeleken worden met tunnels die in Antwerpen geboord zouden worden. Je hebt een andere ondergrond, je hebt de nodige bochten nodig, je moet rekening houden met ondergrondse leidingen en je zit met veiligheidsredenen. Maar in de Horvatstudie lees ik andere niet onbelangrijke dingen:

"Het is mogelijk om met de onderkant van de tunnel boven de Boomse Klei te blijven. Dit heeft grote voordelen voor het boorproces en door de beperktere diepte van de tunnel
zijn de hellingen ook kleiner. Het veiligheidsniveau van een tunnelalternatief: 'het integraal beantwoorden van deze vraag vereist een diepgaande studie, die binnen de context van deze opdracht niet uitgevoerd kon worden'. De prijsontwikkeling van boortunnels laat een dalende trend zien, soms tot 30% ten opzichte van de in de afgelopen jaren betaalde prijzen. Een tunnelvariant is technisch en tevens veiligheidstechnisch inpasbaar in het traject. Hierbij wordt opgemerkt dat de tunnelvariant, altijd wat betreft verkeersveiligheid en interne veiligheid, minder zal scoren dan een viaductvariant, maar dat hiertegenover staat dat een tunnelvariant beter scoort op aspecten zoals stedenbouwkundige inpassing, luchtkwaliteit, geluidshinder en externe veiligheid. De grote belemmeringen voor de realisatie van de Oosterweelverbinding middels een lange tunnel zijn niet technisch van aard, maar hebben een kostentechnische en financieringsachtergrond. Er wordt verondersteld dat de kosten voor een tunnelvariant iets hoger zullen zijn dan voor een viaductvariant. Hierdoor komt de financierbaarheid van het totale Masterplan onder druk te staan op het moment dat aanvullend onderzoek moet worden gedaan. Zowel de meerkosten als de moeilijkheden die zullen ontstaan met de financiering van het plan kunnen wellicht opgelost worden door de plannen in een bredere context te benaderen. Tot op heden is een stedenbouwkundige inpassing wel meegenomen, maar is de impact op de potentiële meeropbrengsten voor stedenbouwkundige ontwikkeling ten noorden van het huidige centrum (Eilandje, maar ook verder gaande ontwikkelingen naar het Noorden) niet in kaart gebracht."

Deze studie, een second opinion, op vraag van de stad Antwerpen, is uiteraard niet door BAM uitgevoerd, maar deze gaat wel over een tunnelvariant en voorstel
van BAM. Er moet toch een ontwerpvoorstel met uitgetekende plannen bestaan, voordat Horvat een opinie kon geven? Horvat adviseert BAM een diepgaand onderzoek dat nooit is uitgevoerd. Uiteraard hopen wij dat onder druk van de actiegroepen en via ARUP UK er een objectieve doorlichting komt.

Onze concrete vragen:

Bent u bereid tot een kosten-batenanalyse op planniveau en globale mobiliteitsstudie voordat er licht op groen wordt gegeven voor de bouw van het Saeftinghedok? Een globale mobiliteitsstudie moet duidelijk maken dat de logistieke hoofdslagader E313 nog al dit verkeer aan kan.

Kan u zich vinden voor een kilometerheffing voor vrachtwagens en dit als eerst stap op weg naar een systeem voor rekeningrijden?

Antwerpen heeft nood aan natuurlijke filtering. Bent u eventueel bereid om in het kader van het Regionaal Landschapspark Voorkempen de gereserveerde Grote Ring (R2) of delen ervan te gebruiken voor een randstadsbos?

Kan u concrete informatie geven over wat BAM heeft ondernomen met de bovengenoemde besluiten betreffende de korte doorlichting van Horvat? De tekst (second opinion - Horvat) is eerder een algemene opsomming van de voor- en nadelen van een tunnel en mogelijke problemen. Horvat adviseert een diepgaand onderzoek, is dit ooit uitgevoerd? Er is geen gedetailleerd plan; waar begint die tunnel en waar eindigt hij? Wat is het juiste tracé? Hoe kan ARUP UK dit tracé grondig en objectief onderzoeken en vergelijken wanneer er blijkbaar geen gedetailleerde plannen bestaan en wanneer de indieners wat dat betreft niet ondervraagd werden?

Het is voor ons stilaan via o.a. Horvat duidelijk dat BAM enkel geïnteresseerd is om hun eigen Lange Wapper te promoten. Ze doen dit volgens onze bescheiden mening te propagandistisch (via eenzijdige animatiefilms, via betalende ATV- journalen en krantenadvertenties). Het wordt tijd dat BAM zich toelegt op het objectief informeren van de bevolking. Op 19 december 2005 diende stRaten-generaal een uitvoerig bezwaarschrift in, waarin om verdere studie van het plan B gevraagd werd. De Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening adviseerde positief, evenals de MER-administratie. De BAM kon niet anders dan het alternatief tracé mee op te nemen in het geplande milieueffectenrapport over de Oosterweelverbinding. In april 2007 werden de resultaten van het plan B bekendgemaakt. Dit bleek technisch niet haalbaar. Althans volgens de BAM en haar studiebureau TV SAM. St
Raten Generaal gaf aan dat dit alternatievenonderzoek binnenshuis werd bij elkaar geschreven, ook was de analyse slordig, tendentieus en misleidend. In maart 2008 berichtte de BAM via de pers dat een ernstige vergelijking tussen het eigen project en het alternatief van stRaten-generaal moeilijk is omdat het project van stRaten-generaal nog een ruwe schets was. Het is het bewijs van subjectiviteit in de manier waarop de BAM neerkijkt op andere zienswijzen. Nu vandaag weerom een verhaal van eenzijdige beïnvloeding. Verbazingwekkend dat de Vlaamse regering via de BAM een eenzijdige VITO-studie over de Oosterweelverbinding financiert die het objectieve karakter van het huidig lopende alternatievenonderzoek via ARUP UK dreigt op de helling te zetten. De BAM had minstens de eerlijkheid moeten hebben de drie alternatieve voorstellen op gelijke hoogte te laten bestuderen. Momenteel bestudeert ARUP UK op een gelijkmatige manier de drie alternatieven. Mogen wij aan de Vlaamse Regering vragen dat zij toeziet dat BAM de bevolking op een objectieve, evenwaardige wijze zal informeren hopende dat BAM elke tracé op een gelijke manier zal behandelen? De actiegroepen zullen zich beroepen op het principe ‘openbaarheid van bestuur’.

Zoals u wellicht merkt blijven wij met een pak vragen en bemerkingen zitten. Mag ik hopen op duidelijkheid, een respons zonder veralgemeenheden, zodat eindelijk deze logistieke transportproblemen een transparant karakter krijgen?

Hartelijk dank bij voorbaat,

Vriendelijke groetjes,

Dirk Weyler
Vzw Red de Voorkempen






© 2009 Doel 2020